ONDERBOUW

Op de dag dat uw kind 4 jaar wordt, mag hij / zij naar de basisschool. Uw kind komt dan in    een heterogene groep 1/2 in de jongste groep. Als uw kind vóór 1 januari 5 jaar wordt zit hij/zij in de oudste groep en zal hij/zij voorbereid worden op groep 3.

Op de Tamboerijn zijn op dit moment vijf 1/2 groepen . We werken veel samen en zorgen voor afstemming in de onderbouw. Wij willen een gelijk aanbod, gelijke aanpak en maken gebruik van elkaars talenten.

In elke groep is voor een aantal uren per week een tutor aanwezig die extra ondersteuning geeft aan kinderen die dit nodig hebben. Voordat de groep met een project aan de slag gaat, neemt de tutor die kinderen apart. Ze raken dan alvast vertrouwd met de begrippen. Komt het onderwerp later in de groep aan de orde dan herkennen ze die begrippen. Dat geeft kinderen een veilig gevoel. Ze worden vrijer en zelfverzekerder en ze zijn beter in staat om mee te doen aan de les.

PIRAMIDE:

In groep 1/2 wordt gewerkt met de methode “Piramide”. Doel van “Piramide”is met name het verbeteren van het taalonderwijs aan kleuters. De methode “Piramide”werkt met thema’s zoals: welkom, herfst, Sint en kerst, lente, kunst, ziek en gezond en zomer. De activiteiten zijn nauw verbonden met de belevingswereld van de kinderen. In de thema’s zit een doorlopende ontwikkelingslijn van de peuterspeelzaal tot en met groep 2 van de basisschool. Dat betekent dat op de peuterspeelzaal ook met thema;s gewerkt wordt, maar dan op een ander niveau. “Piramide” is een programma voor alle kinderen, maar in het bijzonder geschikt voor kinderen die extra ondersteuning op het gebied van taal nodig hebben. Met een combinatie van spelen, werken en leren, proberen we de kinderen te stimuleren in hun ontwikkeling. In “Piramide”komen 8 ontwikkelingsgebieden aan de orde die belangrijk zijn voor de ontwikkeling van kinderen: taal ontwikkeling, denk ontwikkeling, sociaal-emotionele ontwikkeling,creatieve ontwikkeling, motorische ontwikkeling, persoonlijkheids ontwikkeling en oriëntatie op ruimte en tijd. Voor de ouders worden er eens per maand ouderochtenden georganiseerd waarin over de thema’s wordt verteld. Tijdens een themabijeenkomst krijgt u tips om thuis met uw kind met het  thema te werken.

ZELFSTANDIGHEID:

Van de oudste kleuters wordt verwacht dat zij zich voldoende kunnen concentreren, zelfstandig een werkje kunnen maken en de aangeleerde begrippen voldoende beheersen. Wij maken gebruik van de kleurenklok of time-timer en stoplicht voor de uitgestelde aandacht. Tijdens deze tijd mogen de kinderen de leerkracht niet storen, dus moeten zij zelf oplossingen bedenken. Wij zorgen dat materialen gelabeld zijn zodat kinderen zelfstandig de materialen kunnen opruimen.

ONTDEKKEN:

Jonge kinderen leren veel door tastbaar, handelend en ervaringsgericht bezig te zijn. Wij bieden veel verschillende materialen aan waarmee kinderen zelf kunnen ontdekken. Ook hebben wij vier keer per jaar een techniekweek en bieden wij extra activiteiten aan die uitdagen tot experimenten.

SPEL:

Kinderen van 4 jaar geven we de gelegenheid om zoveel mogelijk ervaringen op te doen. Spelenderwijs leren zij van alles. Tijdens het spelen in de hoeken (poppenhoek, bouwhoek, enz.) wordt er veel aandacht aan samenspelen en samenwerken besteed.

(VOOR)LEZEN:

Voor(lezen) is erg belangrijk voor de taalontwikkeling van kleuters. De meeste kleuters kunnen nog niet zelf lezen. Ouders kunnen helpen de woordenschat van hun kind te vergroten door veel boekjes voor te lezen. Samen naar prentenboeken kijken en verhalen verzinnen bij de plaatjes is ook heel leerzaam. Op school zijn verteltassen. Daar wordt in de groepen mee gewerkt en ook ouders kunnen daar met de kinderen mee werken door een verteltas 1 week mee naar huis te nemen. In de verteltassen zitten prentenboeken, een cd en allerlei spelletjes. Weet u dat een lidmaatschap bij de bibliotheek voor kinderen gratis is? Bij de bibliotheek kunnen gratis boeken worden geleend voor een periode van 3 weken.

TAAL/REKENEN:

Aan het eind van groep 2 moeten de kinderen onder andere een verhaal kunnen vertellen in een kring en gebruik kunnen maken van begrijpelijke taal. Ze moeten kunnen rijmen, goede samengestelde zinnen kunnen maken en de taal kunnen begrijpen.

Wij leren de kinderen begrippen aan die ze nodig hebben om te leren lezen en rekenen. Dit zijn begrippen als: eerste – middelste – laatste – dezelfde – anders – erachter – ervoor – meer – minder – evenveel – het meeste – het minste – erbij – eraf enz. Wij leren deze begrippen o.a. aan de hand van spelletjes aan. Dit is allemaal nodig om naar groep 3 te kunnen.

DIVERSEN:

Elke klas heeft 1 of 2 klassenouders, die naast hulp in de klas ook de leerkrachten helpt met het vinden van ouderhulp. Er worden bijvoorbeeld regelmatig uitstapjes en andere activiteiten georganiseerd. Ouderhulp is daarbij vaak onmisbaar. De kinderen vinden het ook leuk als hun moeder of vader een keer op school komt helpen. We hopen dus dat de ouders zo nu en dan tijd hebben om te helpen of een groepje kinderen te begeleiden.

Tijdens pauzehapjes mogen de kinderen iets drinken (geen prik!) en iets (gezond) te eten (geen snoep of koekjes) meenemen. Het eerste pauzehapje bestaat uit fruit en water. Het tweede uit brood en water of een pakje drinken.

Bij droog weer spelen de kinderen elke ochtend en elke middag buiten.

Ze kunnen in de zandbak spelen, op de fietsjes rondrijden of gewoon zelf spelen. Twee maal in de week hebben de kinderen gym in het gymlokaal van de gymleerkracht. Het is voor de kinderen fijn als zij eigen gymkleren en gymschoenen (zonder zwarte zool en niet te glad) mee krijgen. Deze gymspullen mogen op school in de gymbak blijven en worden geregeld meegegeven naar huis om te wassen. De kinderen mogen geen rolschaatsen, steppen of skateboards mee naar school nemen.